|
In
gebruikname |
Als U het meetinstrument in
gebruik neemt, let dan op de volgende punten : |
1. |
Alle
afsluitinrichtingen moeten langzaam geopend worden. Te snel openen kan het
meetinstrument beschadigen. |
2. |
Na ingebruikname
moet men de meetleiding en het instrument op dichtheid testen. Hiervoor
dient met het instrument onder druk te zetten. |
3. |
Hierna sluit men
het afsluitventiel. Beweegt de wijzer richting nulpunt, dan is er sprake
van een lek. |
4. |
Voor het
demonteren van het meetinstrument moet deze drukloos zijn; zo nodig moet
de druk van de leiding gehaald worden. |
5. |
Voor de
nulpuntcontrole tijdens bedrijf moet men de afsluitinrichting sluiten en
het meetinstrument drukloos maken. De wijzer moet dan binnen in het
nulpunt aangegeven vetgedrukte veld staan. |
|
|
Opmerking |
* |
Bij
membraanmanometer mogen de bouten van boven- en onderflens niet
losgedraaid worden. |
* |
Meetstofresten
welke zich in gedemonteerde manometers bevinden kunnen gevaarlijk zijn
voor mens, milieu en inrichting. Hiertoe dienen voldoende
voorzichtsmaatregelen genomen worden. |
* |
Meetinstrumenten,
welke het binnenwerk met water of een watermengsel gevuld is, dienen
vorstvrij gehouden te worden. |
* |
Aanwijzende
bedrijfsmanometers werken volledig zonder onderhoud. |